Lang leve dit topic. Als zelft Nobelprijs winnaressen oproepen om niet naar Birma te gaan hoe haal je dan de arrogantie in je kop om dit zelf te kunnen beslissen.
Enkele redenen om niet naar Birma te reizen
1 De dictators verdienen er aan en versterken hiermee hun positie.
Birma wordt door mensenrechtenorganisaties beschouwd als één van de meest extreme dictaturen ter wereld. De Birmese bevolking wordt al jaren ongemeen hard onderdrukt door het Birmese generaalsregime, SPDC. Ruim 1100 politieke gevangenen zuchten achter de tralies. Nergens ter wereld komt zo veel en zo structureel dwangarbeid voor als in Birma (aldus de Internationale Arbeidsorganisatie van de VN, ILO). Nergens ter wereld zijn zo veel kindsoldaten als in het Birmese leger (aldus Human Rights Watch). Geen regering ter wereld plaatst zo veel landmijnen als het Birmese regime; vooral de burgerbevolking wordt hier het slachtoffer van (HRW). In Birma woedt de langstdurende burgeroorlog van de hele wereld (ruim 60 jaar);
De aanleg van toeristische infrastructuur heeft geleid tot mensenrechtenschendingen. Het staat buiten kijf dat het door de junta georganiseerde “Visit Myanmar Year 1996” tot mensenrechtenschendingen op zeer grote schaal heeft geleid. Gelukkig is dit initiatief van de junta, gericht op een enorme boost in de toeristenaantallen, destijds mislukt vanwege een internationale reisboycot, voortkomend uit de oproep van de Birmese democratisch gezinde oppositie. Maar ook van recentere datum zijn mensenrechtenschendingen, gerelateerd aan toerisme, bekend. De ILO heeft enkele jaren geleden verklaard dat in ieder geval een deel van de toeristische infrastructuur in Birma is aangelegd met behulp van dwangarbeid: “the military…treat the civilian population as an unlimited pool of forced labourers and servants at their disposal. The practice of forced labour is to encourage private investment in infrastructure development, public sector works and tourism projects”. In diverse delen van Birma hebben duizenden Birmese dwangarbeiders onder onmenselijke omstandigheden gewerkt aan de aanleg van wegen, spoorlijnen en diverse toeristische voorzieningen. Een voorbeeld is het vliegveld van Mandalay dat in 2000 werd geopend en is aangelegd met behulp van dwangarbeid. Ook de gracht rondom het Gouden Paleis in Mandalay is door dwangarbeiders aangelegd. In het mensenrechtenrapport van het Amerikaanse State Department (van 2001) stond dat in Mrauk U (een populaire toeristenbestemming) “the government used forced labor to prepare the city for expected tourist arrivals”. Een ander voorbeeld van aan toerisme gerelateerde mensenrechtenschendingen is de gedwongen verhuizing van 5.000 lokale bewoners in Bagan, de voornaamste toeristische trekpleister van Birma. De meeste mensen kregen maar 10 uur de tijd om hun bezittingen naar elders te verplaatsen. Ook op andere locaties werd de lokale bevolking ten behoeve van de verfraaiing van toeristische locaties gedwongen om te vertrekken, de aanleg van golfbanen, luchthavens (o.m. Mandalay) etc. In 2004 werden de zeezigeuners van de Mergui Archipel gedwongen om op land te gaan leven en met hun traditionele dansen bij te dragen aan festivals voor toeristen.
3 De Birmese democratisch gezinde oppositiegroepen hebben toeristen herhaaldelijk verzocht Birma niet te bezoeken omdat dit de positie van het regime versterkt.
Enkele citaten van oppositieleidster en Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi: “I still think that people should not come to Burma. Because the bulk of the money from tourism goes straight into the pockets of the generals. And not only that, it's a form of moral support for them because it makes the military authorities think that the international community is not opposed to the human rights violation which they are committing all the time. They seem to look on the influx of tourists as proof that their activities are accepted by the world”. En verder: “Burma will be here for many years, so tell your friends to visit us later.” In 2003 gaf de NLD een verklaring uit waarin het onder meer stelde dat: “the present situation has not reached the extent that tourists should be encouraged to visit Myanmar (Burma).”
4 De argumentatie van de Birmese regering in ballingschap (bestaande uit democratisch gekozen Birmese parlementariërs van NLD en diverse etnische minderheidspartijen in 1990) is te vinden op: http://www.ncgub.net/staticpages/index.php/Tourism
5. Toerisme steunt warlords en andere zakenrelaties van het militaire regime.
Drugsbaronnen (de zgn. warlords) met nauwe connecties met de juntatop, profiteren enorm van de aanleg van de toeristische infrastructuur. In Birma worden grote bedragen verdiend met de handel in opium en, in toenemende mate synthetische drugs (ya ba). Deze worden witgewassen met de aanleg van wegen en dure hotels.
. Toeristen mogen slechts een beperkt deel van het land zien.
Afgezien van het feit dat de meeste toeristen (en reisorganisaties!) er zelf voor kiezen om een vast “rondje” (Rangoon, Mandalay, Inle Lake, Bagan) te maken, soms aangevuld met enkele plaatsen in de omgeving en eventueel Mrauk U en Ngapali Beach, is het voor toeristen per definitie onmogelijk om naar gebieden te reizen waar de grootste misstanden plaatsvinden (onder meer Noord-Arakan, Zuid-Shan, Karen, Karenni). Men krijgt dus per definitie een vertekend beeld van de situatie in Birma. Zo kon het gebeuren dat enkele jaren geleden een medewerkster van reisorganisatie Summum naar het BCN belde en zei: “Ik heb de Shwedagon tempel gezien, Bagan, Inle Lake….en het was allemaal prachtig. Ik heb helemaal geen dwangarbeiders gezien. Is het daar echt wel zo erg…?”