Hoi Michael,
Deels heb je gelijk, maar je kritiek is ook wat gemakkelijk.
Zelf ben ik op zeker moment die verkiezingen als enige weg voorwaarts gaan zien. Omdat de oppositie te verdeeld, grotendeels bejaard, en redelijk visieloos is, en het volk vooral erg bang, door eerdere ervaringen toen men de straat op ging (1988 / 2007). Het regime zal door de internationale gemeenschap zeker niet gewipt worden en heeft intern de touwtjes zeer stevig in handen. Bovendien is ook de legertop bang. Than Shwe weet wat hij op zijn kerfstok en vreest voor het moment dat hij de touwtjes uit handen geeft.
Than Shwe weet ook wat er gebeurd is met zijn twee voorgangers Ne Win en Saw Maung. De laatste heeft hij verwijderd en Ne Win is door Than Shwe onder huisarrest gesteld en daar ook gestorven. De oude man weet dus dat hij van een opvolger niet veel te verwachten heeft. Vandaar dat hij wat nieuws heeft verzonnen. De verkiezingen, de nieuwe grondwet, en het installeren van het nieuwe parlement en aanstellen van een nieuwe president passen allemaal in een plan dat volgens mij twee doelen heeft:
- Than Shwe op termijn veilig laten pensioneren (grondwet verbiedt vervolging Than Shwe en wijziging van de grondwet is door de gegarandeerde 25% vh leger in het parlement altijd te stoppen).
- De economie ontwikkelen. Ook In Naypyidaw weet men heus dat Birma ernstig in de verfloddering is geraakt. Vergeet ook niet dat de twee belangrijkste momenten van volksprotest (1988, 2007) een economische aanleiding hadden, geen politieke.
Than Shwe heeft de belangen van zichzelf en zijn familie en de stabiliteit op verschillende manieren gewaarborgd. Allereerst: hij blijft voorlopig aan als legerleider. De regeringspartij USDP weet dat de oude baas ingrijpt als het niet bevalt. Daarnaast zijn allerlei hoge militairen weggepromoveerd naar de politiek (in feite gedegradeerd) en is er een reshuffle geweest in de militaire top. Daardoor zitten er in de legertop nu jongere leiders zonder brede machtsbasis. Een coup is de komende jaren dus onwaarschijnlijk.
Het afgelopen jaar is bovendien een groot deel van het staatsbezit geprivatiseerd. Havens, vliegvelden, pompstations, regeringsgebouwen: het is allemaal naar een handvol loyale zakenlieden gegaan. De nieuwe moguls van Birma, die natuurlijk via de achterdeur voor een passende beloning zorgen. Zo sorteert Than Shwe voor op een situatie waarin het leger de controle over de politiek geleidelijk kwijtraakt en zijn de kroonjuwelen in ieder geval veiliggesteld.
Dit is natuurlijk allemaal buitengewoon triest. Het volk is voor de verkiezingen beroofd en de frauduleuze stembusgang laat ook een erg vieze smaak in de mond achter. Toch is het niet allemaal business as usual. Niemand die bij zijn volle verstand is verwachtte grootse veranderingen. Er zijn echter wel kleine aanknopingspunten:
De belangrijkste is de economie. Voor een groot aantal landen zal het democratische vernisje genoeg zijn om in Birma te gaan investeren. Het land heeft enorme natuurlijke rijkdommen en zal de komende jaren een grote inhaalslag gaan maken. Birma staat een boom te wachten. De militaire elite profiteert natuurlijk. Maar het is onvermijdelijk dat er banen komen, geld verdiend gaat worden. Ik verwacht ook dat de zakenlieden die nu namens de USDP in het parlement zitten gaan pushen voor hervormingen om de economie beter te laten werken. Het volk gaat daar hoe dan ook baat bij hebben. De levensstandaard zal het komende deccennium gaan stijgen. Geen moment te vroeg.
Ik hoop dat het westen afziet van haar falende sancties en het bedrijfsleven toestaat om in Birma zaken te gaan doen. Waarom? Geef de Indiase, Chinese en Thaise bedrijven concurrentie, daar zijn de Birmezen bij gebaat. Bovendien zijn westerse bedrijven transparanter dan Chinese bedrijven en socialer (alle grote ondernemingen hebben tegenwoordig een corporate social responsibility beleid).
De democraten die aan de verkiezingen hebben meegedaan zien de eerste vijf jaar als een overgangsperiode, waarin economisch herstel centraal moet staan. Want, zoals Michael al zei, de gewone Birmees denkt niet aan politiek maar aan brood op de plank. Mensen hebben het erg moeilijk. De democraten willen samenwerken met de USDP aan dat herstel, zo wat vertrouwen opbouwen. Ze denken ook dat ze over vijf jaar financieel en organisatorisch een betere kans maken. In de tweede parlementsperiode hopen partijen als de NDF en de DP mensenrechten en democratie te agenderen.
Een ander lichtpuntje vind ik dat er uberhaupt weer een grondwet is. Ik vind wet en recht te prefereren boven het regeren per decreet door het leger, zoals dat sinds 1988 is gedaan. Die nieuwe grondwet is maar half democratisch, maar er staan ook zinnige dingen in. Zo wordt vakbondsorganisatie toegestaan. In een land zonder civil society is dat een stap vooruit, zoals ook het feit dat partijen weer mogen bestaan een stap vooruit is. Vakbonden kunnen een rol spelen in het afdwingen van betere arbeidsomstandigheden en sociale hervomingen. Birma blijft een repressief land, maar er worden ook stapjes vooruit gezet.
Michael, je schreef ook nog dat steunen van clubs buiten Birma niet zo zinvol is. Dat vind ik ook. In het westen doen we er eigenlijk niet toe voor Birma. Je moet daar helpen. Gelukkig zien veel ngo's dat ook in nu. Waar voorheen vooral clubs in ballingschap werden gesteund zie je nu ngo's geldstromen verplaatsen naar Birma. Dit heeft alles te maken met de verkiezingen en de ‘burgerregering’ die nu aantreed.
Daar kun je op spugen, maar er is in feite geen andere weg. Zolang er niets kan worden afgedwongen en het regime de totale controle heeft, heeft het geen zin om vijanden te maken, is het opbouwen van vertrouwen handiger. Zelfs als het gaat om een misdadig regime. Zelf ben ik niet zo geinteresseerd in politiek correct zijn. Alleen het resultaat voor de mensen in Birma is interessant. Wat kan het een boer in de Irrawaddy delta schelen dat ik netjes in de pas loop met de activisten in het westen? Of een moeder met drie kinderen die geen aidsremmers krijgt omdat er maar weinig westerse ngo's in Birma werken?
Het gaat om het resultaat.
Wat we nu zien in Birma is een tussenstap op weg naar iets wat meer lijkt op wat we allemaal graag willen zien in Birma. Dat kan nog wel tien jaar duren. Aan de andere kant: alles beter dan nog eens 22 jaar verspelen door op schoot te kruipen bij een oppositiepartij die krachteloos, machteloos en visieloos is. Want laten we wel zijn: de VS en de EU hebben zich een mislukte sanctiepolitiek laten aanpraten door de Birmese lobby. De NLD en Aung San Suu Kyi wilden die sancties en fluisterden met name de VS haar beleid in. Ondertussen heeft die NLD zelf in 22 jaar geen economische paragraaf kunnen schrijven, bestaat het partijbestuur uit oude mannen die niet weg willen, en is Aung San Suu Kyi met haar grensoverstijgende imago eerder een liability voor de partij geworden dan een politica die werkelijks iets bereikt heeft of kan bereiken.
Als er een bloedeloze revolutie mogelijk was, zou ik hem steunen. De realiteit is echter dat we het moeten doen met deze kliek en de mogelijkheden die er worden geboden. Dat Than Shwe uit puur eigenbelang de eerste steen uit zijn Birmese Berlijnse muur heeft getrokken is wat mij betreft hoopgevend, ook al duurt het allemaal erg erg lang.
Hans Hulst